Applied behavior analysis. Het topje van een ijsberg.
ABA staat voor Applied Behavior Analysis (ABA). Het is een vorm van vroegtijdige, intensieve gedragstherapie. Bij een behandeling volgens ABA past men de leerprincipes uit de experimentele gedragsanalyse toe in de praktijk. ABA wordt vaak in verband gebracht met autisme, maar wordt ook ingezet bij o.a. kinderen met ADHD, ADD, angststoornissen, agressie en andere gedragsproblemen. ABA is de overkoepelende naam voor vroegtijdige gedragstherapieën en wordt ook wel Early Intensive Behavior Therapy (EIBI) genoemd.
Kortom samengevat een systeem van straffen en belonen, met als resultaat gewenst gedrag.
De afgelopen weken gaat er een oproep rond op social media over een petitie voor een verbod op ABA. Ik ben geen voorstander van ABA. En twijfel toch of ik zal ondertekenen. Me expliciet en in het openbaar uitspreken gaat me niet altijd makkelijk af. Stelling nemen. Omdat ik vaak voel dat er een breder perspectief zichtbaar wil worden bij het benoemen van de uitersten.
De dagen daarna blijft het gevoel hangen, en heb ik het gevoel dat ik er toch wat mee wil. Omdat ik kan voelen dat het me aanzet tot het nadenken over de bredere context van hoe we leren als mens. En hoe ik zie dat het gedachtengoed van ABA vaak al heel jong zijn intrede doet, niet alleen bij kinderen met een diagnose. Maar ook op plekken waar we ons daar wellicht nog niet of minder van bewust zijn, gewoon in ons leven van alledag.
Ik kan zien dat het principe van subtiel straffen en belonen heel normaal was in de tijd waarin ik opgroeide en in mijn eigen jeugd. En hoe mijn leven is gelopen als een aaneenschakeling van dingen die ik zelf wilde, maar ook van dingen die ik deed omdat het (dacht ik) van me werd verwacht, om erbij te horen en/of gezien te worden. Ook als moeder heb ik in de opvoeding van mijn kinderen vaak de verwachting die ik van hen had door laten schemeren en subtiele vormen van straffen en belonen toegepast. Dit vanuit een onbewust overgeërfd patroon en de overtuiging dat ik ze daarmee leerde wat ze nodig hadden, om op te groeien tot zelfstandige en gelukkige volwassenen. Pas veel later kwam het besef dat ik daardoor zelf ver verwijderd ben geraakt van mijn eigen gevoel, behoeftes, dromen en verlangens. En ook mijn kinderen daarin vaak niet het goede voorbeeld heb gegeven.
ABA is wat dat betreft voor mijn gevoel slechts een topje van een ijsberg. Een topje dat ons uitnodigt om verder te kijken en bewust te worden. Het is voor mijn gevoel dan ook een illusie om te denken dat een verbod op ABA voldoende is. Het topje van de ijsberg dat ABA is, is wat mij betreft een uitnodiging om wakker te worden en ons bewust te worden van de risico’s van het hebben van verwachtingen van een ander en in het bijzonder van onze kinderen. Een uitnodiging om het ‘andere’ gedrag te zien voor wat het is en wat het ons wil laten zien.
Ik zie in onze westerse maatschappij dat de collectieve erfenis die we dragen, te maken heeft met onze gedeelde geschiedenis, onze ouders die veelal zijn geboren in een tijd waar de naweeen van de oorlog voelbaar waren, een leven vanuit angst en onzekerheid. En dat vanuit dit gedeelde verleden veel mensen, op zoek zijn gegaan naar houvast, veiligheid en zekerheid. Een verlangen hadden om niet meer te leven in angst, maar in (ogenschijnlijke) welvaart en zekerheid en om het goed te doen voor hun kinderen. Dat heeft ons gebracht op het punt waar we nu zijn.
Ik kan er dankbaarheid voor voelen. Maar ik zie en heb ook de keerzijde ervaren. Dat de zoektocht naar veiligheid en zekerheid ook heeft geresulteerd in een gevoel van maakbaarheid van onze samenleving. En dat we te ver zijn doorgeschoten in kennis, meetbaarheid en het geloof in maakbaarheid. En in doelen. Voldoen aan verwachtingen. Van onszelf en van anderen. Om mee te kunnen doen en erbij te horen. Bij de meerderheid willen horen, om niet buiten de boot te vallen. The fear of missing out. Om verbinding te ervaren met onze medemens omdat we de verbinding met onszelf verloren zijn.
Al vanaf dat we worden geboren, en al snel daarna bij de eerste bezoeken aan het consultatiebureau worden we als mens tegen een meetlat gehouden. Om te kijken of we voldoen aan gemiddeldes. Gemiddeldes die voorkomen uit de som van de delen die we samen vormen. De groeicurves op het consultatiebureau. Plaskaarten, veterstrikdiploma’s, CITO toetsen, diploma’s. Meetpunten die aanleiding geven tot zorg, tot bijsturing en aanpassing van het kind dat we zijn. Meetpunten die ons hebben geleerd en onbewust hebben doen geloven dat we moeten voldoen aan de norm, het gemiddelde. En die weinig ruimte heeft gelaten voor onze uniekheid. Voor eigen verlangens en dromen.
Ook brengen we onbewust veel verwachtingen over op onszelf en anderen. Een klein kind bijvoorbeeld dat in de wandelwagen zit en door zijn ouders gevraagd wordt te laten zien dat hij al kan lachen naar de buurvrouw. Terwijl datzelfde kind op dat moment zelf misschien helemaal niet blij is. Je lach laten zien, ongeacht of je blij bent. Veel van ons gedrag komt voort uit hoe het hoort of wat we willen laten zien. En dat gedrag is daarmee losgekoppeld van en uit verbinding met het daadwerkelijke gevoel dat daaronder zit of dat wat zich eigenlijk wil laten zien.
Het heeft er voor mijn gevoel aan bijgedragen dat we in onze maatschappij veelal een fixed mindset hebben gecreëerd. Een mindset die ons weg heeft gehouden bij ons eigen ritme, onze eigen talenten, ons gevoel, onze nieuwsgierigheid, onze eigen intrinsieke motivatie en daarmee ons vermogen tot natuurlijke ont-wikkeling en groei. Mogen ont-wikkelen vanuit vertrouwen, leren door ervaren en fouten mogen maken.
Het doet me ook denken aan de vele normaalcurves die in de wiskundelessen voorbij zijn gekomen. En dan met name aan de uitersten van de normaalverdeling, die de as niet raken. Zou het zo kunnen zijn, dat er in de maatschappij een beweging in gang is gezet naar een meer afgevlakte normaalcurve. Een beweging naar een ‘nieuw normaal’ en een nieuwe curve. Met ruimte voor diversiteit en uniciteit. Een afgeplatte curve die een grotere variatie laat zien in mens-zijn. Simpelweg omdat ieder mens uniek is. Want wat is eigenlijk normaal?
En gaat het hierbij niet om de grotere vraag of we niet uitgenodigd worden om te bewegen naar vertrouwen in ieders natuurlijke ontwikkeling? En verlangen naar een meer biodiverse samenleving van mensen? Vertrouwen als tegenhanger van angst, controle en schijnzekerheid.
Ieder mens wordt geboren met een aangeboren nieuwsgierigheid en verlangen om zich te ontwikkelen. Wat als we daar weer op durven vertrouwen en ruimte geven aan de growth-mindset die we van nature hebben? Weer durven vertrouwen op dat wat we niet weten, op onze eigen nieuwsgierigheid. En ruimte maken voor onze eigen intrinsieke motivatie en doen wat we leuk vinden, zodat van daaruit natuurlijke groei en ont-wikkeling mogelijk worden.
#aba #topjevandeijsberg #fixedmindset #growthmindset #patronen #systemischwerken #intergenerationeeltrauma
Photocredits: Nathan Queloz – Unsplash
Als systemisch begeleider begeleid ik mensen en groepen vanuit dat wat zich aandient in het moment. Ik gebruik hiervoor de taal van symboliek en dromen. Het vergroten van onze gedachtenwereld of mind-set lijkt nodig om beweging te brengen in onze fixed mind-set. Om ruimte te creëeren voor nieuw perspectief. Dromen, metaforen en symboliek zijn een ingang om anders te kijken naar de afslagen die we wel en niet hebben genomen in het leven en om weer te leren vertrouwen op ons eigen innerlijke kompas. Om onze uniekheid te zien en ons te verbinden met onze nieuwsgierigheid, verlangens en dromen.
55x gelezen